In februari begon ik met aardig wat twijfels aan het leiderschapstraject. Door een aantal mensen was ik uitgedaagd om mee te doen, maar eigenlijk vond ik mezelf helemaal niet echt een leider. Regelmatig werd ik wel in een leiderschapspositie gezet en kreeg ik te horen dat ik goed leiding kon geven, maar ik had geen idee wat nou maakte dat ik dat kon. Met deze vragen ben ik begonnen met het traject om uit te zoeken wat nou maakt dat ik een goede leider ben. En op deze vraag heb ik volop antwoord gekregen.
Tijdens het leiderevent in Schotland werd er gesproken over waarom je leider bent en wat je doel is als leider. Alleen ik had geen idee waarom, ik had niet goed voor me wat mijn doel was als leider en waarom ik dat moest doen. Ik was onzeker over mijn kunnen en twijfelde over mezelf. Toen we met de boot aankwamen in New Castle en op pad moesten zonder onze telefoon, stapte ik dan ook vaak terug. Regelmatig wilde ik iets zeggen maar hield toch m’n mond. Later dat weekend werd er tijdens een preek gezegd dat je niet bang moest zijn en je plaats mocht in nemen. Ik hoefde niet bang te zijn om mijn plek in te nemen, om te zeggen wat ik ergens van vond. Dit heb ik het hele traject meegenomen.
Mijn hoogte punt tijdens dit traject was de week van sportkampen. In eerste instantie zou ik samen met een groep op Beachvolleybal outreach gaan naar Barcelona. Daar zou ik vanuit het leiderschapstraject voor het eerst een groep leiden. Corona gooide alleen behoorlijk wat roet in het eten. Door alle onzekerheid rondom de outreach heen, kreeg ik al snel rust van God. Op dat moment geloofde ik dat het niet uitmaakte of we naar Barcelona zouden gaan of niet want God zou altijd voorzien. Als het niet in Barcelona is, dan wel in Nederland. En dat heeft hij gedaan! De week van sportkamp kon gelukkig wel doorgaan en hier mocht ik alsnog laten zien wie onze God, is doormiddel van Beachvolleybal. Een week waar ik in eerste instantie behoorlijk tegen op zag, maar wat eindigde in een week waar ik helemaal mezelf kon zijn, waar ik kon genieten van ontzettend leuke tieners, waar mijn mede-coach en ik elkaar super aanvulden en waar ik met zelfvertrouwen voor een groep mocht staan. Als ik hierop terugkijk is dat het moment dat ik meer vertrouwen in mezelf heb gekregen als leider. Na sportkampen begreep ik wat mijn goede kanten waren als leider, en heb ik me erbij neergelegd dat ik als leider niet alles hoef te kunnen. Als leider betekent het niet dat je er in je eentje voor staat. Je mag elkaar bemoedigen en aanvullen zodat je kunt blijven groeien.
Door het hele traject heen heb ik mogen ontdekken wat belangrijk is als leider, hoe je anderen leidt maar ook hoe je jezelf leidt, stappen durft te zetten om te groeien als leider. Ik heb geleerd om kwetsbaar te zijn, eerlijk te vertellen wat mijn onzekerheden zijn en daar samen mee aan de slag te gaan. Nu ik heb mogen ontdekken wie ik ben als leider, kan ik met meer zelfvertrouwen leider zijn. Dat betekent niet dat ik nooit onzeker ben. Vaak denk ik nog steeds te klein over mezelf en denk ik dat andere mensen misschien beter leider kunnen zijn dan ik. Maar ik mag weten wie ik ben als leider, omdat ik weet bij welke God ik hoor. Hij leidt mij zodat ik anderen kan leiden.